Training 2

Chapeau voor de aanwezigen op donderdag 30 augustus (23). Met veel interesse werd deelgenomen aan een aantal onderlinge partijtjes. In de eerste vorm doubletten, kon men zelf een groepje vormen waarbij Ineke en Minou begeleidden.

Daarna kopieerden we een situatie die iedere club in zijn programma heeft staan, het uitgooien. Bij tennissen, het bekende rackettrekken (het lot bepaalt). In onze sport heet deze vorm ‘a la mêlée’. We speelden de triplettenvorm, drie tegen drie. Niet bij iedereen geliefd, je speelt dan met twee boules i.p.v. drie. Tripletten is voor de teamspeler, iedereen heeft een vaste taak. De pointeur moet plaatsen, de milieu moet kunnen plaatsen en eventueel tireren en de tireur moet kunnen tireren. Gooi je dit allemaal doorelkaar wordt het slordig en gaat de geluksfactor een te grote rol spelen. In een goed gespeelde partij wordt de geluksfactor verkleind wanneer iedereen een vaste taak heeft.

Teamsport. Je hebt een minuut om jouw boule te spelen. Het team loopt naar het but en gaat in overleg. Wat wordt het doel?

De speler die moet werpen heeft een opdracht meegekregen. En nu komt het, het geheim van een goede worp. Je visualiseert je gewenste worp en dan probeer je het na te doen.

Waar ik de volgende keer streng in zal zijn is waar we staan onder een partij. Niet met z’n allen achter de cirkel. Je beleeft het niet goed en je ziet te weinig. De tireurs staan achter het but. De tireur van het spelende team actief het but (geeft aanwijzigen) en de tireur van het team dat op punt ligt, minimaal twee meter achter het but, diagonaal. Het spel speelt zich af bij het but en niet in de werpcirkel.

Ik vond het weer een fijne avond. De groep begrijpt snel wat bedoeld wordt, daardoor kunnen we ook grote stappen nemen. En dit moet ook gezegd worden: het atletisch vermogen is ruim aanwezig en dat is niet altijd het geval.

Toch nog een dingetje: wanneer je werpt, houd je arm gestrekt, vingers bij elkaaar in een houding waarbij je controleert of je nagellak nog goed is.

Welke sport je ook speelt, het begint altijd met het aanleren van een goede basistechniek. Wanneer in onze sport de basis goed wordt benut kun je in een partij de keuze maken welke worp je gaat gebruiken. Belangrijk bij de basis is de souplesse van het lichaam. De armzwaai en een goede voetenstand dragen bij aan een doeltreffende worp. In het begin is het aanleren van een goede techniek lastig. Sommige beoefenaars spelen al iets langer en hebben daardoor een eigen lichaamshouding aangeleerd, waarbij er een onzekere factor kan ontstaan in de afronding van de worp. Bijvoorbeeld een te hard gegooide boule of misschien wel een te zachte. Met de juiste techniek los je dit probleem op. Blijf vasthouden aan deze techniek, wees geduldig en er ontstaan mooie resultaten. In het begin zul je denken ‘waar begin ik aan?’ vooral wanneer elke worp nog onzeker is. Let op, blijf volharden en je zult zien dat het beter gaat.

Vriendelijke groet, Frans Roos