Na overleg met de Zoetermeerse Sportraad en enkele enthousiaste verhalen in de plaatselijke pers werd op initiatief van George Bussières en Dirk Ruijfrok op 6 maart 1978 de oprichtingsvergadering gehouden. Daarbij waren ongeveer 20 personen aanwezig en kwam er één adhesiebetuiging van Valentijn van Koppenhagen. Staande de vergadering werd een bestuur gekozen. JBC Zoetermeer was geboren. JBC was als 9e club bij de N.J.B.B. aangesloten en behoorde hierdoor tot de eerste jeu de boules verenigingen van het land.
Aangezien er geen speelveld voor handen was werd de eerste maanden gespeeld op het destijds braakliggende terrein aan het Croesinckplein. Mede door de sportconsulent van de gemeente en een inspraakavond bij de gemeentelijke commissie voor Sport en Recreatie werd het mogelijk om te spelen op het half verharde veld van voetbalvereniging D.W.O. die toen speelde op de huidige locatie van de korfbalvereniging de Meervogels. Daar beschikten we niet over een accommodatie, wel konden we gebruik maken van een invalidentoilet. Het veld bestond uit zwart kolengruis. Na enige tijd kregen we de beschikking over een scheidsrechtershok én een toilet. Hierdoor werd het mogelijk om de eerste kantine-activiteiten te ontplooien. Een paar jaar later werden we verblijd met een eigen accommodatie in het clubgebouw van de Meervogels.
Inmiddels was de club rond 1985 uitgegroeid tot zo'n 50 leden en werd gedroomd van een eigen overdekte accommodatie op een goede plek. Na ellenlange discussies met de gemeente en zeer hardnekkig volhouden door het bestuur van die tijd werd aan ons een stuk grond in het Burgemeester Vernède Sportpark toegewezen. De gemeente verleende ons goede diensten bij de aanleg van de speelvelden. De voorvechters voor de zo gewenste overdekte hal waren echter nog niet tevreden. Na zeer taaie onderhandelingen kregen we uiteindelijk toestemming voor het plaatsen van een overdekte hal. Eigen kapitaal was er niet, zodat nieuwbouw onbetaalbaar bleek. Geldschieters waren er evenmin zodat de keus viel op een tweedehands Romny-loods.
Door vasthoudendheid van het toenmalige bestuur is er toch toestemming voor een lening ekomen. De lasten waren hoog, maar de stap voorwaarts werd gemaakt! De lening alleen was niet voldoende; ook de eigen leden moesten bereid zijn ook zelf de handen uit de mouwen te steken. Met andere woorden: zelfwerkzaamheid. Door deze sterke kracht van de club kregen we subsidie los bij de gemeente. Naast de Romney-loods werd er (uiteraard ook met de bekende zelfwerkzaamheid) een kantine gebouwd, uiteraard met hulp van vele anderen die tegen kostprijs bereid waren materiaal beschikbaar te stellen.Door zelfwerkzaamheid en jarenlange inzet door de leden zelf is er een gezonde vereniging ontstaan waar we trots op zijn.